Weeral een maand voorbij! Soms gaat de tijd snel en soms lijkt hij traag te gaan. Het blijft een heel apart concept.
Stilaan komen er steeds meer planten in mijn tuintje. Mijn jongste zus Mieke, mijn tuinvrouwtje, is van onschatbare waarde. Soms werken we samen, maar meestal is zij het die onze plannen vorm geeft en de planten aanschaft. Intussen staan er twee brugmansias (engelentrompet), een winter- en zomerjasmijn, twee passieflora’s, een seringenstruik, twee oleanders, drie chinese rozen, en verder, rechts vooraan, wat groenten- en fruitplanten. Momenteel draagt de komkommerplant volop vrucht. De aardbeienplanten geven ook nog fruit, al zou de tijd voorbij zijn. In de serre staat verder nog een tomatenplant. We hebben twee potten met sierriet en nog drie fuchsia’s en een grote azalea. Nu zijn we nog op zoek naar een of twee hortensia’s, maar dan niet wit van kleur. Die zien er zo snel roestig uit.
Deze maand hebben we met drie zussen en twee nichtjes samen een appartement gehuurd met zicht op zee. Ik kon er drie keer heen gaan van vrijdag- tot maandagmiddag. Het was fijn om te genieten van het weidse uitzicht, van de wandelingen over de dijk (boulevard), maar vooral van het gezelschap met elkaar. Het heeft mij/ons goed gedaan.
Wat betreft chemo’s was juli een wat vreemde maand. Tijdens de 13de behandeling kreeg ik een ernstige allergische reactie waardoor ik bijna van de kaart was. Ik hoor mijn zusje nog zeggen: ‘Niet slapen, niet slapen!’ terwijl ze me een paar keer een tik op mijn wang gaf. Ook de dokter en verpleegster hoor ik van in de verte zeggen: ‘Blijf bij ons, Linda. Blijf bij ons.’ Ik was niet van plan ergens heen te gaan of te slapen! 😉 Aangezien mijn zuurstofsaturatie gezakt was tot 75%, kreeg ik een tijdje zuurstof via een maskertje. Ik voelde me heel vreemd en had pijn in buik en rug. Heel mijn lichaam stond gespannen. Blijkbaar ben ik allergisch aan Medrol. Maar ze durfden me dat nu niet geven omwille van die allergische reactie. Op dat ogenblik wisten ze niet welk ander anti-histaminicum ze me best gaven. Daarvoor was eerst extra bloedonderzoek nodig en overleg met de dienst allergologie. Ze konden dus slechts afwachten of ik het zou halen of bewusteloos zou raken. Het eerste gebeurde en toen kreeg ik net bezoek van een goede vriendin. Haar aanwezigheid hielp mij om weer met beide voeten op de grond te komen. Later ging de chemo gewoon door zonder complicaties. Ook de drie volgende behandelingen gingen goed, maar mijn bloedplaatjes bleven dalen en de bijwerkingen begonnen zwaarder te wegen. Ik denk dat al die chemo zich begint op te stapelen. Deze week heb ik een chemopauze gekregen om mijn lichaam de kans te geven zich wat te herstellen, zodat ik de twee laatste toedieningen aan zal kunnen.
Eind augustus krijg ik een CT-scan, waarnaar ik uitkijk met gemengde gevoelens: zal de uitslag beter zijn dan bij de vorige MRI en krijg ik een chemopauze tot ik weer een behandeling nodig heb. Of is de uitslag minder goed dan bij de vorige MRI. Dan zal ik horen wat er verder moet gebeuren.
Er zijn enkele vrouwen waarmee ik een goed contact krijg. Aan twee van hen mocht ik mijn dichtbundel ‘In stille verwondering’ geven. Ze waren er erg blij mee en zouden er zeker in lezen. Zo kunnen we elkaar als lotgenoten soms helpen en moed inspreken.
Ook in de voorbije maand heb ik weer mogen ervaren dat God me draagt en helpt. Vaak gebruikt hij daarvoor kostbare mensen. Dat maakt me heel dankbaar!