Mijn vriendin W. brengt me rond 16 uur naar de vertrekhal op Zaventem. Daar ontmoeten we mijn zussen Marlies en Mieke en nichtje Deborah, m’n medereisgenoten. Met de familie, die hen bracht en W., brengen we nog een korte tijd door. Al snel is het tijd om in te checken. We krijgen een speciale behandeling omdat er voor Deborah en mij assistentie werd aangevraagd.

Alles verloopt goed al verdwalen Mieke en Deborah op weg van het toilet naar ons terug en moeten ze opnieuw de controle doorlopen. Heel verwarrend voor Deborah, die minder begaafd is.
Daarna gaat alles goed met ons alle vier en rond 21:30 zijn we al in Madrid. Daar hebben ze een prachtige hal. De gewelfde zoldering lijkt afgewerkt met brede rotanrepen.

15 minuten na middernacht zijn we van de grond in Madrid. Nu volgt de grote oversteek naar Santiago: een vlucht van 13 uur. Het stijgen gaat beter dan in het vorige, kleinere vliegtuigje. Mijn zussen en nichtje zitten bij elkaar. Ik zit in het midden. Naast mij zitten een Chileense moeder en dochter. We krijgen goed contact. Ik had gebeden dat er Engelstalige mensen naast me zouden komen. De moeder sprak een beetje Engels. Haar 15-jarige dochter spreekt het behoorlijk goed. We kunnen dus met elkaar praten. Geweldig! ls kanker ter sprake komt, zegt de vrouw dat haar man directeur is geweest van het beste Oncologisch Ziekenhuis in Santiago. Zijzelf is vroedvrouw en in haar kliniek kan ik terecht als ik andere problemen heb, zoals met dat abces bij de appendix. Ik vind dit echt goddelijke leiding en ben de Heer heel dankbaar temeer omdat de vrouw haar contactgegevens geeft. Als er iets is, mag ik bellen en dan zorgen zij en haar man ervoor dat ik goed geholpen wordt. Verder verloopt de vlucht prima en niemand wordt misselijk.
Een minpunt voor het vervoer van de bagage: Mieke haar koffer is spoorloos.